Actieonderzoek ICT
Actieonderzoek ICT
Inhoud:
Onderzoeksvragen Bladzijde 1
Vooronderzoek Bladzijde 2
Situatie op de Sint Jozefschool Bladzijde 2
Ambrasoft Bladzijde 2
Computer gebruik Sint Jozefschool Bladzijde 7
Materiaal Bladzijde 9
Niveau, leerdoelen en opdrachten Bladzijde 17
Resultaten Bladzijde 18
Ontwikkeling doelgroep Bladzijde 19
Theorie Bladzijde 20
Informatie verzamelen Bladzijde 24
Onderzoeksplan Bladzijde 25
Organisatie en regels Bladzijde 27
Stap 1:
Onderzoeksvragen:
Keuze voor het vak ICT.
Naar eigen mening ben ik een normale computer gebruiker. Ik maak verslagen en speel wel eens een spel. Toch vind ik dat niet voldoende. Ik weet van vroeger dat ik het werken op de computer heel erg leuk vond ook al waren dat taalspellen. Ik wil de kinderen in mijn klas dit ook kunnen bieden. Natuurlijk is er nu veel meer op de markt en gebruiken veel scholen dit allemaal al. Toen ik op mijn stageschool ontdekte dat de computer amper werd ingezet heb ik mij meteen ingeschreven voor het vak ICT. Ik wil zelf de computer leren gebruiken tijdens mijn lessen en mijn stageschool (voornamelijk de bovenbouw) laten zien wat je er allemaal mee kan doen.
Hoofdvraag:
Tijdens het actieonderzoek wil ik onderzoeken of het gebruik van het rekenprogramma van Ambrasoft positief effect heeft op de resultaten van de kinderen in groep 7.
Subvragen:
Kan ik tijdens het actieonderzoek de rekensoftware van Ambrasoft tijdens mijn lessen rekenen gebruiken voor alle kinderen in groep 7.
Hoe werkt het programma Ambrasoft?
Bij welke frequentie van oefening verbeteren de resultaten van de kinderen. Indien van toepassing.
Welke organisatievormen kun je het beste gebruiken? Welke afspraken maak je met de kinderen.
Opstellen onderzoeksvraag:
Vanuit mijn stage kwam de vraag of ik kon uitzoeken op welke manier de computer ingezet kon worden voor het rekenen in groep 7 met de materialen die op school aanwezig zijn.
Eerst heb ik gekeken welke programma’s de school heeft. Omdat er een nieuw netwerk is aangesloten is dit een gemakkelijke opdracht. De school heeft voor dit jaar de nieuwe versie van Ambrasoft aangeschaft. Verder zijn er geen software programma’s voor het vak rekenen.
In overleg heb ik besloten me te gaan richten op groep 7. Voor deze groep zoek ik uit welke mogelijkheden er zijn. We hebben gekozen voor groep 7 omdat daar een aantal kinderen in zitten met (kleine) rekenachterstanden. En ook omdat ik bij deze groep al stage loop en de kinderen op deze manier beter kan observeren en de vorderingen beter kan bijhouden.
Als uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van de computer en de software van Ambrasoft een positieve aanvulling geeft aan de les dan zal ik de andere leerkrachten daarvan op de hoogte stellen.
Ik heb gekozen voor het opstellen van een hoofdvraag met subvragen. De subvragen zijn onderdelen die moet hebben beantwoord om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.
Door de subvragen wordt het onderzoek ook een stuk overzichtelijker. Op deze manier heb ik het onderzoek in kleinere stukken verdeeld.
Verandering hoofdvraag;
Op woensdag 7 november schreef Stefan het volgende op mijn weblog:
ICT is een middel, zo is ook Ambrasoft een middel (en geen doel). Het doel is dat kinderen goed leren rekenen waarbij je Ambrasoft (onder andere) kunt gebruiken. Houd dit goed in de gaten.
Ik begreep meteen wat Stefan hiermee bedoelde. Ik was namelijk al een tijd niet meer bezig met de vraag hoe ik Ambrasoft kan inzetten voor de hele groep maar meer met de vraag of dit ook tot betere resultaten zou gaan leiden. Mede door dit stukje heb ik mijn vorige hoofdvraag gedegradeerd tot subvraag en een nieuwe hoofdvraag centraal gesteld.
Nieuwe hoofdvraag: Tijdens het actieonderzoek wil ik onderzoeken of het gebruik van het rekenprogramma van Ambrasoft positief effect heeft op de resultaten van de kinderen in groep 7.
Stap 2
Vooronderzoek:
Situatie op de Sint Jozefschool
Ambrasoft
Ambrasoft op mijn stage:
Op mijn stageschool gebruiken we de versie 07/08. Dit is de nieuwste versie. Het programma van Ambrasoft dat ik ga gebruiken heet: reken totaal.
Ik heb gekozen voor het werken met de sessieplanner binnen het programma reken totaal. Omdat de kinderen met dit programma altijd op het juiste niveau aan het werk zijn.
Ik heb ontdekt in de resultaten en voortgang van de kinderen dat de kinderen onder hun eigen niveau aan het werk zijn. Dan zijn de oefeningen zo gemakkelijk dat de kinderen die zonder na te denken kunnen invullen en de oefening daarom ook niet uitdagend vinden.
Ik heb daarom verschillende sessies gemaakt op de sessieplanner. Ik vind het alleen jammer dat als je de sessieplanner gebruikt je maar één onderdeel kan aanbieden. Ik gebruik verschillende onderdelen. Namelijk: Klokkijken, kommagetallen, sommen tot 10.000, breuken en procenten.
Ik heb Ambrasoft gebeld of dat niet anders kan.
Ambrasoft heeft het overlegd. Het is niet mogelijk om meerdere sessies gelijktijdig weer te geven. Dat is vervelend nu moet ik mijn organisatie aanpassen. Omdat ik wilde dat de kinderen ongeveer 10 minuten per beurt aan het werk konden. Nu kunnen ze dus één onderdeel maken die vaak minder dan 10 minuten in beslag neemt.
Programma's instellen.
start het programma op.
ga naar sessie planner. Er is een wachtwoord vereist om in het leerkrachten bestand te komen. Met dit wachtwoord kan alleen de leerkracht het programma opstarten en afsluiten. klik de oefening aan die de kinderen moeten maken en voer het juiste niveau in.
klik op start.
de kinderen kunnen nu hun eigen naam aan klikken en de oefening maken op hun eigen niveau.
als je afsluit krijg je een overzicht van de resultaten te zien. daaruit maak je op welke kinderen de volgende keer een andere opdracht kunnen maken en welk deze opdracht nog moeten oefenen. je kunt de resultaten uitprinten.
Resultaten sessieplanner opvragen:
Ik kon na de eerste keer de resultaten van de kinderen niet terug vinden. Na enig onderzoek blijkt dat je de resultaten moet bekijken binnen de bepaalde oefening van de sessieplanner.
resultaten opvragen in stappen:
*sessieplanner starten
* druk dan nogmaals op de sessieplanner knop
* Je kunt hier kiezen voor het afdrukken van de resultaten of het bekijken.
Scoringspercentage
Ik heb het scoringspercentage naar beneden bijgesteld. het percentage stond op 80% (dit moeten de kinderen halen op de toets). Ik heb hem bijgesteld naar 70%.
Er zijn kinderen die vooral in het begin van het blok nog moeite hebben met de sommen. het is voor deze kinderen niet echt motiverend om na een spel te horen van de computer: Helaas, je vind dit nog erg moeilijk probeer de volgende keer een ander spel te spelen.
Als de kinderen wat verder in de stof zijn kun je als leerkracht het scoringspercentage omhoog zetten.
Of je kunt het zo laten en zelf kijken op de resultaten welke kinderen nog geen 80% halen.
Handleiding sessieplanner:
http://school.ambrasoft.nl/index.php?PID=5&AID=58
Gericht onderwijzen met de Sessieplanner
Wanneer u leerlingen gericht een opdracht wilt aanbieden, is de Sessieplanner het ideale instrument. De Sessieplanner vindt u terug in de programma’s Rekenen Totaal, Tafel Totaal, Woorden Totaal en Werkwoorden Totaal. Bij het beëindigen van een sessie krijgt u altijd een keurig uitgewerkt verslag, met daarin de resultaten van de leerlingen die u heeft ingesteld.
Exact instellen wat de leerlingen moeten doen
De Sessieplanner is een instrument dat u de mogelijkheid geeft om op exact vast te stellen wat de leerlingen moeten gaan doen. U kiest hierbij welke oefening gemaakt moet worden, welke leerlingen dit moeten gaan doen en met welke instellingen. U kunt ervoor kiezen om de leerlingen de oefening op het LVS-niveau te laten doen, of op een door u bepaald niveau. Maar ook van standaardinstellingen kunt u afwijken. Zo kunt u er bij de Tafelkaart voor kiezen om af te wijken van de standaard 60 seconden die de leerlingen normaal gesproken krijgen. Wanneer er een Sessie is ingesteld, is het niet meer mogelijk voor de leerling om een andere opdracht uit te kiezen. Het scherm staat op slot, tot de leerkracht besluit de sessie te beëindigen.
Op één computer of meerdere
Met een sessie neemt u dus tijdelijk de regie over van het leerlingvolgsysteem. U kunt bijvoorbeeld op één computer een sessie instellen voor een kleine groep leerlingen, terwijl de rest van uw klas op een andere computer gewoon doorgaan met de oefeningen volgens het leerlingvolgsysteem. Als een sessie gecreëerd is, kunt u deze ook op andere computers benaderen. U kunt dan bijvoorbeeld op computer 2 ’inhaken’ in een sessie die u op computer 1 gemaakt heeft. Ook is het mogelijk om een sessie over meerdere dagen heen te tillen. Het verloop van de sessie wordt dan opgeslagen en u kunt een andere keer verder waar u gebleven was.
Uitgebreid verslag
Doordat er van iedere sessie een verslag wordt bijgehouden is de Sessieplanner ook uitermate geschikt als toetsinstrument. Wanneer u in de klas de resultaten in een klassenmap bijhoudt, kan dit een mooie aanvulling zijn.
Computer gebruik Sint Jozefschool
Gebruik van de Computer op de Sint Jozefschool
Om dit goed in beeld te brengen hebben de leerkrachten een vragenlijst voor me ingevuld.
Vragenlijst:
Laat u de kinderen gebruik maken van de computers? Hoe vaak?
Ellen groep 4 en 1/2: Soms, in groep 4 oefenen van de tafels, dus tijdens rekenen en bij groep ½ mogen de kinderen kiezen is het een keuze onderdeel.
Jaqueline K groep 1/2: Ja, in principe dagelijks. Ik zet ze in ieder geval iedere dag aan. De kinderen gebruiken dit als keuze tijdens het spelen/werken.
Trudy groep 3: voor schooltijd tijdens de inloop op programma leesdas. Dagelijks moet iedereen leerling minimaal 10 minuten werken met het leesprogramma veilig leren lezen.
Marion groep 4: 2x in de week gemiddeld
Kees bovenbouw: kinderen schrijven op de computer stukjes voor het lokaal journaal 1x in de 2 weken. En elke week spelling, biologie en aardrijkskunde.
Corien groep 7/8: Ja, maar niet vaak.
Voor welke vakken gebruikt u de computer?
Ellen groep 4 en 1/2: rekenen. Verder zoek ik soms iets op maar niet vaak.
Jaqueline K groep 1/2: niet specifiek voor een bepaald vak. Tijdens de speel/werktijd kunnen de kinderen er gebruik van maken.
Trudy groep 3: lezen en rekenen.
Marion groep 4: spelling, rekenen en soms een verhaaltje maken.
Kees bovenbouw: rekenen, spelling, wereldoriëntatie (aardrijkskunde, biologie, geschiedenis.)
Corien groep 7/8: Ik gebruik de computer voor het vak aardrijkskunde voor het oefenen van topografie en als ga maar door opdracht de kinderen mogen dan zelf weten wat ze doen.
Welke programma’s gebruikt u op de computer?
Ellen groep 4 en 1/2: word voor notulen, Internet maar weinig voor lesideeën en invoeren van toets gegevens. Het zit niet in mijn systeem
Jaqueline K groep 1/2: lekker weertje koekepeertje, bas gaat digitaal en andere programma’s voor groep 1/2 maar ook word en soms Internet.
Trudy groep 3: software bij veilig leren lezen. Ambrasoft (rekentotaal, rekensom, woordenstart).
Schooltv en leesdas.
Marion groep 4: Ambrasoft rekenen en soms spelling en taaltijd voor spelling.
Kees bovenbouw: taaltijd voor spelling, www.speurtocht.nl, toporama, Ambrasoft, Internet (kennisnet.)
Corien groep 7/8: Toporama
Zou u de computer vaker willen inzetten in de klas? Zo ja wat houdt u tegen om de computer vaker in te zetten?
Ellen groep 4 en 1/2: Ik ben er zelf niet echt handig in. Er zijn genoeg andere manieren om de kinderen de leerstof te oefenen ik grijp nog te vaak naar het vertrouwde.
Jaqueline K groep 1/2: nee, ik vind dit voldoende. Het zou wel handig zijn om af en toe een moeder in de klas te hebben die vooral de jongere kinderen kan begeleiden bij het hanteren van de muis en de computer.
Trudy groep 3: nog meer lijkt lastig de lessen in groep 3 duren kort. Korte zelfstandig werktijd. Veel instructies, dus leerling kan nu niet veel meer (later misschien meer) missen van groepsgebeuren.
Marion groep 4: De computers staan op de gang de kinderen hebben bij het gebruik van de computer vaak opstart hulp nodig. Als het eenmaal loopt, helpen de kinderen elkaar. Nadeel: het spelling programma van taaltijd moet je elke week weer instellen.
Kees bovenbouw: organisatie, veel geloop (onrust), computergedrag leerlingen en leerkrachten moet eigenlijk nog geschoold worden.
Corien groep 7/8: Op zich wel. Ik heb geen toezicht op de computers en al een heel volgepropt lesprogramma.
Verdere opmerkingen.
Marion groep 4: enkele jaren geleden gebruikte ik de computer wat vaker. Er waren steeds problemen met vastlopen enz. dat ik minder enthousiast was. Nu met de nieuwe computers moet de gewoonte om ze te gebruiken er weer meer ingroeien.
Kees bovenbouw: Dit jaar (07/08) hopen we te starten met het opzetten van constructief computergebruik.
Conclusie:
Ict is zeker een ondergeschoven kindje op de Sint Jozefschool. In de onderbouw wordt de computer nog regelmatig ingezet maar in de bovenbouw is dit te komen verwateren. Mede door de slechte computers. Nu er nieuwe computers zijn geïnstalleerd zijn de leerkrachten wel bereid om er meer mee te gaan werken maar weten nu niet goed hoe ze dit moeten aanpakken, met welke programma’s en hoe deze programma’s werken.
Materiaal:
Computers (uit de schoolgids).
Wij willen de kinderen bij ons op school de computer leren gebruiken als nuttig gebruiksvoorwerp in onze samenleving. Hiervoor is binnen onze school een professioneel netwerk aangelegd. Het onderhoud hiervan is ook professioneel geregeld. We hebben de beschikking over 1 computer op circa 8 leerlingen.
De kinderen werken met educatieve software, die aansluit bij wat in de groep wordt aangeboden. Daarnaast kunnen zij gebruik maken van Internet (o.a. www.schooltv.nl) en E-mail. De leerlingen doen dit zo zelfstandig mogelijk. De school maakt gebruik van internetfilters via de netwerkbeheerder QLICT.
Dit betekend voor mijn klas dat we 3 computers tot onze beschikking hebben. De computers staan op de gang naast het lokaal. De leerkracht heeft er weinig overzicht op.
Niveau, leerdoelen en opdrachten
Niveau en leerlijnen pluspunt.
Om te bepalen op welk niveau de kinderen aan het werk moeten met het computerprogramma heb ik in de methode pluspunt opgezocht welke leerlijnen en momenteel gevolgd worden en op welk niveau de kinderen moeten kunnen functioneren.
Blok 4:
Getalbegrip:
Positiewaarde van cijfers en getallen bepalen.
Kommagetallen op een getallenlijn plaatsen
Getallen omzetten van cijfers naar woorden
Getallen op volgorde plaatsen
Basisvaardigheden:
Handig optellen en aftrekken
Handig uitrekenen van verschillende bewerkingen
Met gegeven getallen en bewerkingstekens opdrachten maken
Optellen van getallen tot een bepaalde uitkomst
Optellen en aftrekken van kommagetallen
Handig vermenigvuldigen
Handig delen
Schattend rekenen
Kolomsgewijs optellen
Kolomsgewijs delen
Meten
Lengte: een landkaart met een spoorkaart vergelijken
Lengte: afstanden aflezen van een spoorkaart
Tijd: aflezen van treintijden in een spoortabel
Tijd: tussen digitale en analoge tijden
Tijd: analoge klokken bepalen
Tijd: tijdsduur bepalen
Tijd: rekenen met tijden en toepassingssituaties
Geld: rekenen met geld in toepassingssituaties
Geld: bepalen van korting bij geldbedragen (kommagetallen)
Tabellen: zelf een afstandstabel maken
Tabellen: een (spoor)tabel aflezen en interpreteren
Grafieken: aflezen en interpreteren van een lijngrafiek
Meetkunde / ruimtelijke oriëntatie
Patronen voortzetten
Kloktijden herkennen aan de hoek die de wijzers met elkaar maken
Verhoudingen / procenten / breuken
Verhoudingen: percentages inkleuren in een cirkeldiagram
Breuken: een verdeling intekenen en een cirkeldiagram
Breuken: een breukverdeling aflezen in een cirkeldiagram
Breuken: een breuk als deel van een aantal
Breuken: ongelijknamige breuken vergelijken
Breuken: optellen en aftrekken met gelijknamige breuken
Procenten: percentages inkleuren in staafgrafiek en cirkeldiagram
Procenten: procenten berekenen vanuit een verhouding.
Blok 5:
Getalbegrip:
Kommagetallen op een getallenlijn plaatsen
Getallen categoriseren
Basisvaardigheden:
Optellen van duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden
Handig optellen en aftrekken
Handig vermenigvuldigen en delen
Rekenen met kommagetallen
Kolomsgewijs delen
Kolomsgewijs vermenigvuldigen
Meten
Afstand: hoogtes berekenen en vergelijken
Oppervlakte: de oppervlakte bepalen
Dikte: manieren bedenken om de dikte te bepalen
Tijd: data bepalen
Tijd: tijdsduur en totale tijd bepalen
Geld: optellen van kommagetallen en geldbedragen
Gewicht: rekenen met gewichten
Gewicht: uitzoeken wat “60-gramspapier” betekent
Grafieken: een lijngrafiek aflezen en interpreteren
Grafieken: een tabel aflezen
Meetkunde / ruimtelijke oriëntatie
Routebeschrijving op een plattegrond aflezen en bepalen
Verhoudingen / procenten / breuken
Verhoudingen: een verhoudingstabel invullen
Procenten: het begrip procent
Procenten: percentages aflezen in een strookverdeling
Procenten: percentages weergeven in een strook
Procenten: percentages berekenen
Procenten: percentages aanvullen tot 100%
Procenten: korting op een prijs berekenen bij een gegeven percentage
Breuken: Gebruik maken tussen de relatie tussen breuken en procenten
Breuken: optellen en aftrekken met (on)gelijknamige breuken
Breuken: breuken als deel van een geheel
Breuken: breuken schatten
Breuken: een heel getal vermenigvuldigen met een breuk
Breuken: het geheel berekenen als een deel van het geheel gegeven is.
Doorlopende leerstof doelen groep 5,6,7 en 8
Leerlijnen meetkunde en ruimtelijke oriëntatie
Meten en meetkunde
Kerndoel 32
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
oriënteren en plaats bepalen in de bekende eigen omgeving
| Als in groep 5/6 +
|
Kerndoel 33
De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
L E N G T E
|
|
G E W I C H T
|
|
I N H O U D
|
|
T I J D
|
|
O P P E R V L A K T E
|
|
A N D E R E G R O O T H E D E N
|
|
Welke opdrachten gaan de kinderen maken:
Ik heb alle opdrachten ingesteld op het hoogste niveau. Dit sluit het beste aan bij de lesstof die de kinderen moeten beheersen.( zie ook niveau en leerlijnen pluspunt). Deze opdrachten moeten ook goed te maken zijn voor de vijf kinderen die moeite hebben met rekenen. Ik wil dat ze vooral de manier van uitrekenen oefenen en dat ze de sommen vaker aangeboden krijgen. Voor de vijf kinderen die moeite hebben met rekenen heb ik ook andere oefeningen uitgezocht.
Blok 4: station Plusburg
Klokkijken: de klokkenwinkel, zeg de tijd en tv-kijken (de juiste tijd)
Kommagetallen: Smulsommen. (dierentuin en doolhof.)
Blok 5: De plusbode
Sommen tot 10.000: grote tafels (zoekplaatje).
Breuken: Goudstaven (getallenlijn).
Procenten: Vragenlijst (Goede manieren).
Leerling I:
Leerling I blijkt na het maken van de eerste oefening een stuk zwakker te zijn dan de andere leerlingen.
Als I het moeilijk vindt om een opdracht te maken lijkt ze heel onverschillig te worden. Ik heb het idee dat ze heel onzeker is.
Omdat het voor I niet leuk is om elke keer te horen: Helaas je hebt het niet gehaald probeer de volgende keer een ander niveau. Stel ik voor haar een aparte sessie in. deze is op een gemakkelijker niveau zodat ze ook positieve momenten beleeft. Later in het blok zal ik de oefeningen I op het juiste niveau aanbieden.
Resultaten
Resultaten
Om een beeld te krijgen of de kinderen door het werken met Ambrasoft op de computer betere resultaten neerzetten heb ik van de voorgaande toetsen de gegevens verzameld. Dit zijn de vijf zwakste rekenaars in de klas. Deze kinderen hebben vooral behoefte aan het inoefenen van oplossingsmethoden. Waar het rekenprogramma van Ambrasoft bij aansluit.
Blok 1
| Optellen en aftrekken op eigen manier | Kolomsgewijs vermenigvuldigen | Gewichtseenheden (kilogram, gram) herleiden | Rekenen met geld in toepassingssituaties |
Norm 80% | 8 | 4 | 8 | 2 |
Chan | X |
| X |
|
Sus | X | X |
|
|
Max |
| X |
|
|
Ind | X |
| X |
|
Tar |
| X |
|
|
Blok 2
| Optellen en aftrekken op een eigen manier. | Breuken met tellers (deel v. een aantal berekenen). | Kolomsgewijs delen. | M.b.v. schaal werk. Afmetingen bepalen. |
Norm 80% | 12 | 3 | 2 | 3 |
Chan | 14 | 2 | 2 | 2 |
Sus | 14 | 1 | 1 | 4 |
Max | 15 | 2 | 0 | 4 |
Ind | 15 | 0 | 2 | 1 |
Tar | Afw | Afw | Afw | Afw |
Blok 3
| Handig vermenigvuldigen | Kommagetallen op een getallenlijn plaatsen | Lengtematen noteren met kommagetallen | Verschil bepalen tussen afstanden. (kommagetallen) |
Norm 80% | 12 | 8 | 12 | 8 |
Chan | 15 | 5 | 15 | 2 |
Sus | 13 | 8 | 15 | 10 |
Max | 13 | 10 | 15 | 5 |
Ind | 3 | 5 | 15 | 4 |
Tar | 6 | 6 | 15 | 5 |
Alle met paars aangeduide scores zijn onvoldoende.
Ontwikkeling doelgroep:
Ontwikkelingsstadia doelgroep:
De deelnemende kinderen zitten in groep 7. De kinderen zijn tussen de 10 en 11 jaar oud.
Deze kinderen zijn in de volgende ontwikkelingsstadia. Weergeven zijn de behoeften van de kinderen in deze leeftijdsgroep op cognitief niveau en de (verwachte) reactie op regels. Dit zijn belangrijke behoeften die betrekking hebben op mijn onderzoek.
Ontwikkelings-fase | Leeftijd | Omgeving | Enkele kenmerken |
Schoolperiode | 6 – 12 jaar | Gezin, groep 3-8 basisschool, buurt, naschoolse opvang, sport en/of hobbyclub | - Cognitieve ontwikkeling staat centraal. - sociale contacten verbreden zich. |
Cognitieve ontwikkeling:
Het concreet- operationele stadium (7 tot ongeveer 11 jaar)
In deze periode wordt het denken van het kind minder egocentrisch, minder gecentreerd en meer reversibel.
Ze leren logische verbanden zien.
Het denken wordt zakelijker
Het kind heeft nog steeds behoefte aan concreet materiaal.
Abstracte redeneringen zijn nog niet mogelijk.
Het kind krijgt steeds meer behoefte aan spelvormen waarbij regels en afspraken horen.
Het kind leert nog door imitatie
Het schoolkind:
Kinderen van deze leeftijd laten zich meer leiden door regels, afspraken en verwachtingen.
Gaat het handelen van zichzelf en anderen meer benoemen in goed en slecht.
Regels zijn onveranderlijk en worden door het kind letterlijk genomen.
Later: de motivatie tot moreel gedrag wordt niet meer uitsluitend bepaald door de verwachtingen van anderen.
Theorie
Theorie
Dit artikel heeft mij het meeste aangesproken van de verschillende artikelen die ik heb gelezen. Hierin staat ook wat er in de andere artikelen stond maar dan volledig.
Andere artikelen gingen over maar één onderdeel of gaven een globale beschrijving. Dit artikel is een samenvatting van alle gelezen artikelen.
Titel: Wat is er allemaal aan software?
Frans van Galen & Vincent Jonker
Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht
In dit artikel wordt beschreven hoe je als leerkracht op een gefundeerde manier rekenprogramma’s kunt kiezen. Daarbij wordt niet alleen ingegaan op programma’s die op cd-rom of floppy disk gekocht kunnen worden, maar ook op het aanbod via internet.
inleiding
Bijna iedere leerkracht gebruikt de computer bij het vak rekenen-wiskunde,
maar bij de keuze van programma’s speelt toeval vaak een grote rol. Meestal
heeft een school heel wat software in de loop der jaren verzameld. Naast de programma’s van de eigen rekenmethode beschikt men ook over allerlei kleine, losse programma’s, bijvoorbeeld van de OWG, Ambrasoft, Eduroms, spellen die eigenlijk voor de thuismarkt zijn bedoeld, enzovoort. Misschien is het tijd om de verzameling eens kritisch door te nemen, of misschien vraagt u zich af of er nog nuttige programma’s zijn die u over het hoofd heeft gezien. Dit artikel probeert te beschrijven hoe je als leerkracht op een gefundeerde manier rekenprogramma’s kunt kiezen. Daarbij gaan we niet alleen in op programma’s die u op cdrom kunt kopen, maar ook op het aanbod via internet.
oefenprogramma’s en open programma’s
De eerste vraag is: ‘Wat voor soort programma’s zoekt u?’ Het overgrote deel van het aanbod is oefensoftware, programma’s die de rijtjes opgaven in het rekenboek vervangen. De stof die wordt gepresenteerd, moet al eerder in de klas aan de orde zijn geweest. Inpassen van oefensoftware in de rekenles gaat over het algemeen vrij makkelijk:
– Er zal een rouleersysteem moeten zijn als u computers in de klas heeft staan. Kinderen werken individueel.
– U moet bepalen welke opgaven uit de methode worden vervangen door computertaken.
– U moet ervoor zorgen dat u zicht houdt op de vorderingen van de leerlingen. Bij de meer uitgebreide oefenprogramma’s wordt af en toe uitleg en hulp gegeven, maar daar heeft een kind niet voldoende aan als het gaat om het leren van iets nieuws. Er zijn maar weinig programma’s die helpen bij het ontwikkelen van nieuwe kennis. Dat zijn programma’s waarin probleem oplossen centraal staat; programma’s die een experimenteeromgeving creëren waarin kinderen min of meer zelfstandig ontdekkingen kunnen doen. Dit soort programma’s noemen we open programma’s
kunt vinden over losse programma’s, terwijl we in het laatste gedeelte van dit
overzicht voorbeelden zullen bespreken van open programma’s.
methodegebonden software
Bij alle nieuwe reken-wiskundemethoden leveren de uitgevers ook software. De computer is de afgelopen jaren zo vanzelfsprekend geworden, dat een methode zonder software niet zou worden geaccepteerd. Voordeel van methodegebonden software is dat er een duidelijke opbouw is en een goede afstemming met de andere onderwijsactiviteiten. Bovendien is er altijd een redelijk uitvoerig registratiesysteem waarmee u de vorderingen van leerlingen kunt volgen en dat signaleert waar extra hulp van de leerkracht is gewenst. Vergeleken met Eduroms en andere losse programma’s is methodegebonden software relatief duur. Maar als we zien hoe intensief deze software wordt gebruikt, dan zou de prijs geen argument tegen aanschaf mogen zijn.
Overigens moet u de term ‘methodegebonden’ niet al te strikt opvatten. De Nederlandse rekenmethoden lijken in hun opbouw wel zoveel op elkaar, dat software van de ene methode over het algemeen ook heel goed bruikbaar is bij de andere. Aan specifieke verwijzingen naar blokken en nummers van bladzijden heeft u in dat geval niet veel, maar de voordelen van een goede opbouw en een deugdelijk registratiesysteem blijven gelden.
Bij de meeste methoden is de software nog in ontwikkeling. Op het moment dat wij dit schrijven (augustus 2002) is de situatie als volgt:
– De wereld in getallen (uitgeverij Malmberg)
Dit was de eerste methode met software voor alle leerjaren. Inmiddels is deze
software wat betreft vormgeving wat ouderwets, er wordt echter gewerkt aan
een herziening. Deze herziening is inmiddels uitgevoerd voor groep 3, 7 en 8.
Er wordt thans (augustus 2002) gewerkt aan software voor groep 4, 5 en 6.
Ook worden ‘rekenspellen voor thuis’ aangekondigd, die aansluiten op de
methode op school. We zijn benieuwd.
– Pluspunt (uitgeverij Malmberg)
Voor elk leerjaar is een computerprogramma ontwikkeld, integraal met de
nieuwe versie van Pluspunt. De programma’s voor groep 1 tot en met 5 zijn
beschikbaar.
– Wis en Reken (uitgeverij Bekadidact)
Al enige tijd is software beschikbaar voor groep 4 (Rekenen tot 100). Voor de
andere leerjaren is gekozen voor een andere opzet, maar deze software is nog
niet beschikbaar.
– Alles telt (uitgeverij ThiemeMeulenhoff)
Er is inmiddels software voor kleuters en de groepen 3 tot en met 5. Een
demo van deze software kan worden opgevraagd.
– Talrijk (uitgeverij Zwijsen)
Bij Talrijk heeft men een ‘leerlingvolgsysteem’ ontwikkeld voor de computer,
de zogenaamde ‘organiser’. Deze is bedoeld als hulpmiddel voor leerkrachten
bij het organiseren van lesstof. Voorzover ons bekend is er nog geen software
uitgebracht voor leerlingen.
Wat is er allemaal aan software?
Bij Zwijsen is wel een uitgebreid rekenprogramma ontwikkeld ‘Plato en de
Rekenspiegel’, een programma waarmee zeer gedetailleerd het oplossingsgedrag van leerlingen op het gebied van optellen, aftrekken, tafels van vermenigvuldiging en deeltafels onder de 100 in kaart kan worden gebracht. Het is een bijzonder programma, omdat de keuze van opgaven volledig softwarematig gedaan kan worden.
– Rekenrijk (uitgeverij Wolters-Noordhoff)
Voorzover ons bekend, is er nog geen software bij Rekenrijk uitgebracht.
Ten slotte kan hier ook Maatwerk Rekenen worden genoemd. Dit is een remediërend pakket, dat door Uitgeverij Malmberg wordt uitgebracht als opvolger van ‘Remelka’. Er is op dit moment één deel te verkrijgen, namelijk over het rekenen tot 100. Elk deel bestaat uit een map – met handleiding en werkbladen – alsmede een computerprogramma. Het computerprogramma omvat niet alleen taken voor de leerlingen, maar ook toetsen voor het signaleren en diagnosticeren van rekenproblemen, alsmede een daarop voortbouwend systeem van verwijzingen. Informatie over methodegebonden software kunt u vinden op de websites van de uitgevers. Een overzicht van deze websites vindt u op www.rekenweb.nl op de lerarenpagina onder de categorie ‘verwijzingen’.
andere oefenprogramma’s
De computerprogramma’s van Ambrasoft (www.ambrasoft.nl) worden veel gebruikt in het onderwijs. Voor rekenen brengt Ambrasoft ‘Tafel Totaal’ en ‘Reken-SOM’ uit. De programma’s zijn niet duur en installatie is eenvoudig. Bovendien bieden de programma’s duidelijke overzichten van de leerlingenresultaten. Daar staat tegenover dat de software vrij simpel is: echte inoefenprogramma’s met weinig feedback. Bovendien wordt er nauwelijks rekening gehouden met het feit dat leerlingen eenzelfde som op heel verschillende manieren kunnen uitrekenen. Voor de door Bruna multimedia (www.awbruna.nl) uitgegeven Eduroms en de nieuwe serie ‘De multimediale basisschool’ geldt in grote lijnen hetzelfde. Al enige jaren geeft het NIB het programma Hoofdwerk uit (www.nib.nl). ‘Hoofdwerk Nieuw’ is het totaal vernieuwde automatiseringsprogramma voor de hoofdbewerkingen van de rekenstof op de basisschool. Dit programma wordt op veel basisscholen gebruikt. Een ander programma dat al jarenlang op de markt is en goed bruikbaar in de reken-wiskundeles, is het programma ‘Ben je behonderd’ (www.abcg.nl). De leerkracht kan uit 25 oefenvormen een keuzemenu per groep of per kind samenstellen. Het keuzemenu omvat oefenvormen waaruit een kind mag kiezen; ook regelt dit menu de hoeveelheid oefentijd. De opgaven zijn zeer visueel uitgevoerd en zeer gevarieerd. Het is niet makkelijk om al deze software te vinden. Toch zijn er enkele websites
die een goed overzicht geven. Twee goede voorbeelden zijn:
– www.programmamatrix.nl
– www.maki.nl
Oefenprogramma’s kunnen efficiënt worden ingezet in het rekenonderwijs. Het werken met de computer is leuker en afwisselender dan het oefenen van rijtjes sommen in het schrift. De directe feedback is een extra stimulans om dit noodzakelijke oefenwerk uit te voeren.
open programma’s
Het is een beetje zonde om de computer alleen te gebruiken als oefenmachine. De kern van het vak rekenen-wiskunde is immers gelegen in de manier waarop we kinderen helpen nieuwe inzichten en nieuwe begrippen te ontwikkelen. De computer kan dat proces ondersteunen door kinderen de mogelijkheid te bieden om te experimenteren. Op het RekenWeb (www.rekenweb.nl) staan verschillende voorbeelden van dergelijke programma’s. Een daarvan heet ‘Getallenmachine’
Hetzelfde geldt voor andere RekenWebprogramma’s, zoals ‘Eilandspel’,
‘Rups Tal’, ‘Kikker’, ‘Balans’, ‘Tegels leggen’, ‘Gulliver’, ‘Taart’, en ‘Minigolf’.
Zulke open programma’s verrijken het rekenonderwijs, maar ze zijn lastiger
in te passen dan oefensoftware. Hoe organiseer je bijvoorbeeld een klassengesprek?
Er zijn allerlei praktische problemen:
– Als de leerlingen van de klas op verschillende tijdstippen met een programma hebben gewerkt, hoe zorg je er dan voor dat kinderen nog weten wat ze ontdekt hebben?
– Niet veel scholen beschikken al over een beamer voor het projecteren van
computerbeelden. Hoe kun je zonder zoiets met de klas over een computerprogramma praten?
Het oplossen van dergelijke praktische problemen vereist improvisatietalent. Bij ‘Getallenmachine’ zijn de problemen overigens niet zo groot, want van die opgaven kun je – voor het nagesprek – heel goed bord-opgaven maken.
afsluiting
Voor het onderwijs is inmiddels een rijke verzameling rekensoftware beschikbaar. Er is veel oefensoftware, al dan niet gebonden aan rekenmethoden, en deze kan prima worden ingezet als aanvulling op, of vervanging van andere onderwijsactiviteiten. Met name het maken van sommen in het schrift kan heel goed door computerwerk worden vervangen.
De beschikbare programma’s zorgen samen echter voor een vertekend beeld, alsof de computer in het rekenonderwijs alleen geschikt is voor oefentaken. Als het gaat om het ontwikkelen van nieuwe kennis, is de waarde van de computer in onze ogen minstens zo groot. We hopen dat veel leerkrachten de computer ook op dat punt zullen gaan leren waarderen.
Informatie verzamelen:
Om aan informatie te komen heb ik:
De schoolgids goed doorgenomen.
Gesprekken gevoerd met leerkrachten
Observaties uitgevoerd.
Handleiding Ambrasoft doorgenomen
Ambrasoft klantenservice gebeld.
Het programma Ambrasoft bekeken en mee geëxperimenteerd.
Uitslagen en ondernomen acties van de kinderen binnen het programma Ambrasoft bekeken en vergeleken met het juiste niveau.
Handleiding pluspunt doorgenomen om het juiste niveau en de juiste leerlijnen te bepalen.
De kerndoelen voor rekenen heb ik van de website www.tule.slo.nl gehaald.
Verschillende artikelen te lezen.
Onderzoeksplan
Hoofdvraag:
Tijdens het actieonderzoek wil ik onderzoeken of het gebruik van het rekenprogramma van Ambrasoft positief effect heeft op de resultaten van de kinderen in groep 7.
Deze vraag ga ik onderzoeken door:
De kinderen met wisselende frequentie met het programma te laten werken. De toets resultaten voor en na het project met elkaar te vergelijken om te bekijken of er noemenswaardige verschillen zijn opgetreden.
Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden heb ik de antwoorden op de subvragen nodig.
Subvragen:
Kan ik tijdens het actieonderzoek de rekensoftware van Ambrasoft tijdens mijn lessen rekenen gebruiken voor alle kinderen in groep 7.
Deze vraag ga ik onderzoeken door:
Voor de verschillende niveaus in de klas in het Ambrasoft programma opdrachten op maat te zoeken en deze de kinderen te laten maken. Om daarna te kijken of deze opdrachten aansluiten bij het niveau en de kinderen verder helpt in de rekenontwikkeling.
Hoe werkt het programma Ambrasoft?
Deze vraag ga ik onderzoeken door:
Deze vraag heb ik grotendeels al onderzocht en beantwoord zie Ambrasoft op mijn stage.
Bij welke frequentie van oefening verbeteren de resultaten van de kinderen. Indien van toepassing.
Deze vraag ga ik onderzoeken door:
De kinderen in de drie weken voor de toets wisselend te laten werken met het programma op de computer.
Voor blok 4 werken de kinderen 1x in de week extra met de sessieplanner. Waarbij de kinderen oefeningen uit de toets oefenen. Elke oefening 1x.
Voor blok 5 oefenen de kinderen 2x in de week extra. Elke oefening 2x.
Hiermee wil ik onderzoeken of het vaker oefenen met de opdrachten een duidelijk “positief” verschil laat zien in de resultaten.
Welke organisatievormen kun je het beste gebruiken? Welke afspraken maak je met de kinderen.
Deze vraag ga ik onderzoeken door:
Mijn organisatie aan te passen op het moment dat het nodig is. Ik zal starten met de vorm beschreven bij organisatie en regels, als deze niet aan de eisen voldoet zal ik hem aan gaan passen.
Hetzelfde geld voor de afspraken met de kinderen.
Organisatie en regels:
Organisatie:
Tijd: de kinderen komen onder de rekenles (9.15 tot 10.15) per drie naar de gang om ongeveer tien minuten per kind op de computer te werken. Als een kind eerder klaar is gaat hij naar de klas en kan het volgende kind zijn plaats innemen.
Omstebeurt: Aan de deur in de klas hangt een lijst. Wanneer de knijper bij de naam van een kind staat betekend dat dit kind op de computer is. Wanneer er een kind terug in de klas komt is de volgende op de lijst aan de beurt.
Regels:
Als je aan de beurt bent loop je zo zacht mogelijk naar de gang.
Je klikt je naam aan in de lijst en gaat het spel spelen.
Als je klaar bent zeg je dat tegen juf Crista. Die zegt of je terug kan naar de klas of dat je nog een spel kan spelen.
Terug in de klas haal je de knijper weg bij je naam en je gaat weer verder met je rekenen. Je doet zo zacht mogelijk. Je hoeft niet de volgende te waarschuwen. (ook andere kinderen niet).
Bedenk wel goed of je op dat moment uit de klas mag en kan. Als de juf aan het uitleggen is mag je natuurlijk niet weg.
Na de eerste uitvoering blijkt:
De kinderen zijn instaat om zelfstandig (en op de afgesproken manier) te wisselen en het programma op te starten.
Gemaakt door:
Crista Klinkhamer
L41 F
Geen opmerkingen:
Een reactie posten